Vakantie in eigen tuin – Tips voor Kinderen

Graag geven we enkele tips waar kinderen meestal wel even zoet mee zijn:

1 – Knikkeren

Kent u het nog? Waarschijnlijk hebt u het nog in uw kindertijd gespeeld. En nu? Nu is het weer helemaal in! Er bestaan verschillende variaties op het spel, maar deze is een heel gebruikelijke: elke speler begint bvb met 2 knikkers. De bedoeling is om zo snel mogelijk alle knikkers in een kuiltje of potje te knikkeren. Om te bepalen wie mag beginnen moet u zo dicht mogelijk tegen een afgesproken punt knikkeren. Dit kan bvb een muur of een lijntje op de grond zijn. De persoon die het dichtste ligt mag beginnen, de 2e dichtste 2es enzoverder. De winnaar is de persoon die als eerste zijn laatste knikker in het kuiltje heeft. Tijdens het spel is het bvb ook toegelaten om elkaars knikker weg te knikkeren.

2 – Tekenen met stoepkrijt

Nog zo’n leuke: stoepkrijt. Met een assortiment stoepkrijt in allerhande kleuren kunnen de mooiste tekeningen gemaakt worden. Hierbij kunnen ze hun fantasie de vrije loop laten. Mocht er toch nog wat motivatie nodig zijn hebben we volgende suggesties:

1. Hinkelen: teken een hinkelspel met vakken van 1 tot en met 10 met stoepkrijt. Vervolgens is het de bedoeling om vanaf een startlijn een stokje of steentje te werpen in elk vak, opeenvolgend. U begint dus met vak 1, vervolgens vak 2, etc. Als u raak gooit, hinkelt u op 1 been tot in het laatste vak, zonder dat u het vak raakt waar uw steentje/stokje in ligt. In het terugkeren raapt u, op 1 been, het steentje/stokje op en springt u helemaal terug. De eerste die tot 10 geraakt en zonder vallen terug kan springen is gewonnen. Opnieuw: nostalgie!
2. Een “knikkerroos”: teken met stoepkrijt een schietroos, net zoals bij darts. Dit doet u door te beginnen met een grote cirkel, en vervolgens kleinere en kleinere cirkels erin te tekenen. Geef elke cirkel een score (bvb 1 tem 5) Vervolgens neemt u 5 knikkers of eender ander 5 stuks van iets om te mikken in de roos. Gooi vanop een voorafbepaalde afstand elk om beurt naar de roos. De persoon die het meeste punten heeft wint. Maak het uitdagender door keer per keer wat verder te gaan staan.
3. Een racebaan: geef als opdracht een volledig parcours te tekenen die nadien gebruikt kan worden als racebaan. U kan het voorbeeld geven door een baan of 2 te tekenen. Als opdracht kan u meegeven om een snelweg, binnenbaantjes, een vijver, een park of, waarom niet, de zee met strand te tekenen. Zo kan u van de stad naar de zee rijden.
4. Parcours: teken enkele cirkels op de grond die op spring afstand van elkaar liggen. Tussen de cirkels trekt u pijlen die de richting moeten aangeven. Vervolgens geeft u als opdracht om van cirkel naar cirkel te springen. U kan het uitdagender maken door obstakels tussen de cirkels te plaatsen, bvb een bankje of een balk waar ze moeten over klauteren.
    

3 – Kubb

Hét zomerspel bij uitstek, voor jong en oud. Het doel van het spel is om de koning om te gooien. Dit kan echter pas nadat alle “kubb” van de tegenstander zijn omgegooid.

Een hilarisch spel met gegarandeerd plezier. Het enige wat u nodig hebt is een speelveld van 8 m x 5 m.

4 – Springtouw

Gewoon en simpel, springen maar. Probeer elke keer het vorige dagrecord te verbreken. Maak het moeilijker door het koord in omgekeerde richting te draaien of de armen te kruisen. Hoe snel krijgt u het voor elkaar om 50 keer na elkaar te springen? Records genoeg om te breken!

5 – Petanque/Jeu de Boules

Nog zo’n klassier. Om dit spel te spelen hebt u enkel maar een stuk gras nodig. Iemand gooit het kleinste balletje weg. Vervolgens wordt om beurt gegooid met de grote ballen. De persoon die het dichtste met zijn bal tegen het kleine balletje eindigt, wint. Er zijn nog tal van varianten te spelen. Leuk vanaf 2 spelers. Tenzij u natuurlijk tot de wereldtop wil horen, dan kan u ook alleen oefenen.

6 – Blikken omver gooien

Spaar conservenblikken tot u minstens 6 blikken hebt. Stapel ze door eerst te beginnen met een rij van 3, vervolgens 2 erop en eindig met de laatste vanboven. Hoe meer blikken, hoe hoger de toren natuurlijk. Met een balletje probeert u vervolgens om beurt de blikken omver te gooien. De persoon die het laatste blikje omver kan gooien, wint!

7 – Waterpistolen/ballonnen gevecht

Deze kan helemaal niet stuk bij warm weer. Voorzie een waterpistool voor elk kind en laat ze de vrije loop. Hiermee vinden ze heus wel manieren om zich bezig te houden.

Bij het gebruik van waterballonnen kan u het bvb op deze manier aanpakken. U vult 10 ballonnen met water en legt ze in “de basis”. Eén speler moet de basis bewaken. Als wapens kunnen de ballonnen gebruikt worden. De bewaker wint als hij/zij alle spelers heeft kunnen uitschakelen door een welgemikte waterballon. Een tegenspeler wint als hij in de basis één ballon kan grijpen en de bewaker ermee kan uitschakelen. Altijd spannend!

8 – Spring, Spring, Spring: De trampoline

Deze is goed voor uren speelplezier: springen, koprollen, salto’s, met 2 of gewoon alleen, een trampoline is altijd een succes, én super gezond. De kinderen zijn in beweging en verliezen hun gevoel van tijd. Voor u het weet staan ze een half uur later puffend en zwetend aan de keukendeur te vragen achter een fris glas water of limonade.

Let wel op de veiligheid: bij grote trampolines kiest u best voor een versie met zijschermen om te vermijden dat uw kleine (of grote) bengel onaangenaam in contact komt met uw, verder perfect onderhouden, gazon.

Bekijk hier de video