Japanse esdoorn planten en onderhouden
Japanse esdoorns zijn gemakkelijk te onderhouden bomen die graag op een beschutte plaats staan in half-schaduw. Ze zijn traaggroeiend en geschikt voor zelfs de kleinste tuinen. De Japanse esdoorn is tevens heel populair als bonsai-boompje.
In dit artikel leest u meer over hoe u deze boom kunt aanplanten en onderhouden.
De juiste boom kiezen
De Acer japonicum (Japanse esdoorn) is een breed vertakte grote struik of kleine boom die komt uit het droge, zonnige Japan. Hij heeft afgeronde 7 tot 11 gelobde middengroene bladeren tot 20 cm lang die in de herfst rijkelijk geel, oranje en rood kleuren.
De Acer palmatum (Japanse esdoorn) is een boom uit Japan, Korea en China met meer dan duizend cultivars. De bladeren hebben vijf tot zeven lobben en vertonen een mooi kleurenpallet van geel tot rood en paars. Hij ziet er eerder uit als een struik aangezien hij breder is dan hoog. Hij is perfect voor de middelgrote tuin, park of om als bonsai te planten.
Een Japanse esdoorn planten
Wanneer planten?
De Japanse esdoorn plant u best tussen oktober en maart.
Waar en hoe planten?
- De Japanse esdoorn is winterhard maar staat bij voorkeur op een plaats in half-schaduw, beschut van wind.
- Soorten met een rode of purperen bladkleur hebben wat zon nodig om hun kleuren volledig tot hun recht te laten komen (bvb de Acer palmatum “Bloodgood”).
- De bonte esdoorn geniet van de zon maar kan de bladeren verschroeien wanneer hij een plaats in de namiddagzon krijgt.
- De groenere varianten kunnen de volle zon verdragen.
- Plant de boom in een licht-zure tot neutrale grond die vochtig maar goed gedraineerd is. Een te vochtige of te droge ondergrond kan zorgen voor bladschurft. Ze doen het echter goed in de meeste gronden. Bij het aanplanten doet u er goed aan compost of bodemverbeteraar in de grond te mengen.
- De Japanse esdoorn wortelt vrij oppervlakkig. Zorg ervoor dat u de hoofdwortels niet te diep plant. Zorg er tevens voor dat er weinig concurrentie is van andere planten in de buurt zodat hij vrij kan doorwortelen.
- Plant u de esdoorn in een pot, dan zorgt u voor een voldoende grote pot met drainage-gaten zodat het water niet blijft staan. Hij houdt niet van een drassige bodem. U kan bvb met lavasteentjes werken onderaan de pot om het water te draineren. Hou de grond zeker vochtig, maar dus niet drassig.
Snoeien en verzorging
Snoeien
De Japanse esdoorn heeft van nature een mooie vorm en behoeft een weinig snoeien. Om een mooie vorm te blijven behouden snoeit u best de gehele tak weg. Op deze manier dunt u de struik uit. Snoei enkel puntjes van de takken weg indien deze dood zijn. Snoei nooit meer dan 20 % weg. Snoei de Japanse esdoorn nooit in de late winter of vroege lente, en dit om bloeden te voorkomen.
Er zijn 2 snoeiperiodes:
- De lichte snoei doet u in juli of augustus.
- Indien zwaardere snoei nodig is, dan doet u dit in november of december, wanneer de plant in rust is.
Verzorgen
Geef in droge periodes voldoende water. Zorg er echter voor dat u de grond niet te drassig maakt want hij houdt niet van natte voeten. Geef bij voorkeur water met regenwater om een teveel aan kalk, typisch het geval in leidingwater, te voorkomen.
In de winter beschermt u jonge planten best met een mulchlaag. Potplanten dient u te beschermen bij strenge vorst door isolatiemateriaal aan te brengen. De Japanse esdoorn is verder perfect winterhard (USDA zones 6 tot 10).
Gekende problemen
Kleur is een belangrijke eigenschap van de Japanse esdoorn.
- Om de kleur volledig tot zijn recht te laten komen plant u de Japanse esdoorn best in volle zon met een lichte namiddagschaduw.
- Bomen met rode bladeren staan niet graag continu in de volle zon.
- Wanneer er geen mooie herfstkleur optreedt of wanneer planten met een purper blad groenig worden, kan het zijn dat de plant te weinig zonlicht krijgt.
- Varianten met gele bladeren blijven echter groen in de schaduw.
Ziektes en plagen
- Potplanten kunnen last hebben van de gegroefde lapsnuitkever.
- Schildluizen zijn een voorkomend probleem.
- Zwarte luis kan u afspoelen met regenwater.
- Dopluizen kan u herkennen door witte bolletjes op de takken en/of onder het blad. In de zomer zijn ze het beste te bestrijden, wanneer de luizen net uitkomen.
- Phytophthora wortelrot of verwelkingsziekte.
- Meniezwam duidt aan dat de boom aan het afsterven is. U kan deze herkennen aan de oranje spikkels op de stam/dood hout. Het dode hout wegsnoeien tot op de stam is een laatste strohalm.