Webshop
Bestelling afronden
Snoeien van wintergroene struiken
Veel wintergroene struiken hebben weinig onderhoud nodig eenmaal ze volgroeid zijn. Ze hebben weinig tot geen regelmatige snoei nodig en worden meestal gesnoeid naar het midden/einde van de lente.
Voor welke planten?
Deze manier van snoeien is geschikt voor groenblijvende heesters (= bladhoudend in de winter).
Veel kleine struiken, zoals lavendel, hebben een beperkte levensduur en moeten na ongeveer 10 jaar vervangen worden. Ze geven bloemen op nieuw hout. Door deze jaarlijks te snoeien verbetert de bloei en de levensduur, en gaat u verhouting tegen.
Grotere struiken, zoals rhododendron, hebben quasi geen snoei nodig. Voor dergelijke planten dient u enkel de zieke, beschadigde en dode scheuten te verwijderen. Langzaam groeiende struiken vragen weinig tot geen regelmatige snoei, behalve dienen ongezonde scheuten verwijderd te worden in het midden van de lente.
Formele heesters (= getrimde of gesnoeide struiken) worden gebruikt om een gestructureerde en geordende uitstraling in de tuin te creëren. Ze worden vaak gekozen in formele tuinontwerpen en landschappen, waar precisie en symmetrie centraal staan. Deze heesters worden regelmatig gesnoeid om een uniforme vorm te behouden. Snoeipatronen kunnen strakke lijnen, geometrische vormen of andere configuraties omvatten. Bepaalde formele struiken kunnen ook gesnoeid worden tot een strakke, dichte en gelijkmatige haag.
Wanneer snoeien?
De meeste groenblijvende heesters snoeit u best vlak voordat de groei begint in het midden van de lente, nadat het risico op vorst voorbij is. Snoeien op dit moment voorkomt vorstschade aan nieuwe scheuten en eventuele snoeilittekens worden verborgen door nieuwe scheuten.
Groenblijvende planten die nog bloeien of midden in het voorjaar gaan bloeien, kunt u laten staan tot de bloei voorbij is.
Hoe snoeien?
Bij het snoeien van groenblijvende struiken gelden volgende algemene regels:
- Snoei ongeveer 1/3 van het oudere hout weg.
- Snoei alle zieke, beschadigde of dode scheuten weg met een takkenschaar met een lang handvat of met een zaag indien nodig.
- En ten slotte, dunt u overvolle scheuten en slecht gepositioneerde scheuten uit die het uiterlijk van de struik bederven.
- Na het snoeien kunt u een mulchlaag leggen aan de plantenbodem en de struiken extra voeden. Gebruik best een meststof voor algemeen gebruik of een meststof met een hoog kaliumgehalte.
Mulch is een laag materiaal van minstens 5 cm dik die aan het grondoppervlak wordt aangebracht. De uitgerekende periode hiervoor is in de late herfst (november) tot in de late winter (februari). Het wordt gebruikt om vorstbescherming te bieden, de plantengroei te verbeteren door voedingsstoffen toe te voegen of het organische stofgehalte te verhogen, het waterverlies uit de bodem te verminderen, voor decoratieve doeleinden en het onderdrukken van onkruid. Voorbeelden: tuincompost, mest, schors of grind.
Wintergroene planten, die bloeien in de lente of vroege zomer, snoeit u onmiddellijk na de bloei. Deze planten bloeien op het hout van het voorgaande jaar.
Bloeien de wintergroene planten pas in de late zomer of herfst, dan snoeit u pas in de volgende lente terug. Deze planten bloeien op het hout van het huidige jaar.
Verwijder scheuten die zijn uitgebloeid tot op 2 cm van het hout van het voorgaande jaar.
Voorbeelden: Bouvardia, heide (Calluna), Erica, Helianthemum, Hyssopus, lavendel (Lavandula), Ruta, Santolina, Thymus.
Uitzonderingen: bepaalde bladverliezende heesters zoals Potentilla fruticosa en Ceratostigma willmottianum vallen ook binnen deze snoeigroep.
Specifieke informatie over onderhoud en snoei voor elke plant is te vinden in onze Plantengids.
