Haagbeuk en beukenhaag (beuk) aanplanten
Er valt heel wat te weten bij het kopen, transporteren, aanplanten en onderhouden van een haagbeuk of een beukenhaag. Zo begint het al met de keuze tussen de twee. Beide soorten zijn inheems, lijken sterk op elkaar op het eerste zicht maar behoren toch tot een andere familie en hebben enkele opmerkelijke verschillen.
De haagbeuk "Carpinus betulus"
- Heeft een licht behaard, ruwer uitziend maar zacht blad
- Verliest zijn blad in het najaar
- Verdraagt beter een natte ondergrond dan de beuk
- Groeit sneller dan de beuk
- Bestaat enkel in het groen
De beukenhaag "Fagus sylvatica"
- Heeft een kleiner glad blad
- In het najaar verdort het blad maar het blijft hangen tot het nieuwe blad het er in het voorjaar uitduwt
- Doet het minder goed op een natte ondergrond
- Bestaat zowel in het groen als in het rood
Bij de keuze tussen de twee soorten, geeft het behoud van blad bij de beukenhaag dikwijls de doorslag. Echter is het ook belangrijk de keuze te laten afhangen van de soort ondergrond. Gezien de haagbeuk minder eisen stelt aan de ondergrond dan de beuk, kan het aangewezen zijn om een haagbeuk te kiezen indien de ondergrond erg nat en weinig waterdoorlatend is.
Via ons YouTube kanaal: Haagbeuk of beukenhaag? 4 verschillen.
De boompjes aankopen
Eenmaal de keuze gemaakt tussen een haagbeuk en een beukenhaag, kan u terecht bij een planten- of tuincentrum of rechtstreeks bij de boomkweker.
U kan kiezen voor kleine boompjes (ongeveer 50 cm) of al iets grotere (bvb 180 cm) afhankelijk van hoe snel u een hogere haag wenst te hebben. De prijzen variëren nogal van leverancier tot leverancier. Wilt u echter snel uitrekenen hoeveel uw haag u zal kosten, dan moet u rekenen op ongeveer 1 eurocent per centimeter hoogte per boompje. Regelmatig wordt een korting gegeven bij de aankoop van grote hoeveelheden. Vergeet hier dus zeker niet naar te vragen!
Er wordt aangeraden om 5 boompjes per lopende meter aan te planten. Koopt u iets grotere planten (> 150 cm), dan kan u er gerust ook 4 per lopende meter plaatsen. Minder kan ook, maar dan moet u iets langer wachten tot u een volle haag hebt. Veel zal afhangen van hoeveel u ze zal snoeien. Meer hierover kan u hieronder lezen.
Transport van de boompjes
Bij het transport van de boompjes dient u met enkele belangrijke dingen rekening te houden, zeker indien de boompjes met zogenaamde “blote wortel” vervoerd worden.
Het boompje bestaat uit dikke hoofdwortels en enkele draadachtige worteltjes. Deze laatste zijn verantwoordelijk voor de opname van water in het boompje. Echter zijn deze uitermate gevoelig voor uitdroging, hoofdzakelijk door wind. Bij het transport in een aanhangwagen zijn deze reeds na enkele minuten uitgedroogd wat de dood van het boompje tot gevolg heeft!
Zorg er bijgevolg voor dat de boompjes vervoerd worden ofwel in een gesloten ruimte (in de wagen zelf of een gesloten aanhangwagen) ofwel door de wortels goed af te dekken met een zeil of deken.
Gezien deze overgevoeligheid aan uitdroging, doet u er goed aan de boompjes ofwel zo snel mogelijk te planten, ofwel de wortels te beschermen door ze tezamen in te graven in een wachtkuil. Laat in geen geval de boompjes een nacht in de open lucht liggen in afwachting van het planten. Idealiter plant u ze op een mistige dag zonder veel wind en/of zon.
De haag aanplanten
Er zijn twee periodes om beuk te planten: het voorjaar of het najaar. Wanneer precies hangt af van 2 factoren: de sapstromen van de boompjes dienen stil te liggen (kan u zien aan de bruine bladeren) en de ondergrond mag niet bevroren zijn. Dit valt automatisch ofwel in het najaar (november) ofwel in het voorjaar (februari).
Zoals eerder vermeld plant u best 5 plantjes per lopende meter voor een mooie dichte haag.
Bij sommige planten, zoals bij sparren, dient u de wortels onder te dompelen in een emmer water alvorens ze te planten. Dit mag in géén geval gebeuren bij een haagbeuk of een beukenhaag. De beuk leeft namelijk in symbiose met de schimmel “Mycorrhiza” die ervoor zorgt dat de planten goed groeien. Deze schimmel is bij het kopen van een nieuwe haag nog aanwezig rondom de wortels en zouden afgespoeld worden indien u deze onderdompelt in water.
Graaf een geul van ongeveer een spade breed en ongeveer 25 cm diep. U doet er goed aan de plantjes op dezelfde diepte te planten dan hoe ze eerder zaten. Op de stam van het boompje kan u dit vrij eenvoudig aflezen door te kijken naar een verandering van kleur iets boven de wortelbasis.
Eventueel kan u de uitgegraven grond nog wat mengen met eender welke compost. Woel de grond in de geul alvorens de plantjes te plaatsen nog even om zodat de wortels de minste weerstand hebben om uit te schieten. Plaats vervolgens de boompjes en gooi de geul toe. Schud het boompje voorzichtig op een neer tijdens dit proces zodat de aarde zich goed rondom de wortels kan nestelen. Druk vervolgens voorzichtig met de voet aan zodat het geheel mooi aangestampt is en de haag mooi recht staat.
In maart/april (haagbeuk iets vroeger dan beukenhaag) zal uw haag beginnen schieten en kan u beginnen met een eerste snoeibeurt (zie verder).
Draad spannen?
Nieuw aangeplante beuk heeft wat tijd nodig om zich volledig in de grond te verankeren. Indien op de plaats waar de haag geplant is regelmatig wind is, doet u er goed aan de boompjes te begeleiden met een draad afspanning. Boompjes dieper in de grond steken met als doelstelling geen draad te moeten spannen is geen optie!
Hoe gaat u te werk? Klop houten palen op een afstand van 5 m van elkaar in de grond. Verstevig de hoekpalen door er langs elke kant in de richting van de haag een paal schuin tegen te kloppen. Vervolgens spant u een draad of sterke, weerbestendige koord tussen de de hoekpalen en nagelt u met behulp van krammen de draad aan alle palen. De versteviging van de hoekpalen is noodzakelijk omdat de draad heel hard moet spannen.
Vervolgens bindt u de plantjes losjes met een flexibel binddraadje vast aan de gespannen draad. Neem voor deze binddraadjes zeker geen metaaldraad aangezien deze weinig meegeven met de groei van het boompje en het risico heeft om in te groeien en het plantje af te klemmen.
Uw Tuingids Tip: Gemakkelijker en sneller doorwerken met 2 draden: een draad voor en een draad achter de haag. U spant de eerste draad achter de haag op een hoogte in dewelke de haag voldoende steun krijgt (typisch zo’n 60 cm bij jonge plantjes), de tweede draad spant u voor de haag, zo’n 30 cm à 40 cm hoger. Zo “klemt” u als het ware de haag vast tussen de 2 draden. De draad nagelt u vervolgens vast in de paal met één of meerdere krammen. Eenmaal de haag groeit kan u telkens afwisselend voor en achter een nieuwe draad toevoegen aan de palen. Op deze manier hoeft u niet uren draadjes aan uw boompjes te binden en de boompjes zitten evengoed vast!